De opstekende storm opent met de ondergang van de Han-dynastie, waar corruptie, tirannie en oorlog de fundamenten van het rijk aantasten. In die onrust ontmoeten drie mannen - Liu Bei, Guan Yu en Zhang Fei - elkaar in een perzikboomgaard en zweren broederschap tot de dood. Hun idealen botsen al snel met de ambities van tirannen zoals Dong Zhuo en de wispelturige Lü Bu, terwijl het land in vlammen opgaat. Luo Guanzhong schildert niet enkel de veldslagen van een vervlogen tijd, maar ook het morele weefsel van vriendschap, eer en plicht. Elk hoofdstuk weerspiegelt de strijd tussen menselijke zwakte en de zoektocht naar rechtvaardigheid. Het is het begin van een tijdperk waarin legendes geboren worden - een storm die eeuwenlang de Chinese literatuur en geschiedenis zou bepalen.